Door Marcel van Stigt – De meivakantie breekt bijna aan en dus zullen veel Purmerendse gezinnen er op uit trekken. Ook mijn broers en ik werden vroeger in de vakanties door mijn ouders op uitstapjes getrakteerd. De ideeën kwamen van mijn moeder, mijn vader ontfermde zich over het vervoer en de financiën. Het werkte prima. Maar wat mijn doorgaans brave moeder ooit flikte is mij altijd bijgebleven….
Die familie-uitjes die mijn ouders in mijn jeugd op touw zetten waren soms bijzondere avonturen. Eén keer is dat ten koste gegaan van een echtpaar dat in nationaal park De Hoge Veluwe had bedacht een dagje te gaan fietsen. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze vroegtijdig ontgoocheld terug naar huis gegaan. Dankzij mijn moeder.
Toen mijn broers en ik oud genoeg waren, huurden we vaak ergens fietsen. Onderweg hadden we veel lol. Soms onbedoeld. Met zijn vijven reden we een keer in de bossen rond Putten over een lineaalrecht fietspad, met daarnaast een greppel. Mijn broers en ik reden voorop en tien meter achter ons volgden onze ouders, netjes naast elkaar. Ik keek om, zwaaide naar ze en draaide mijn hoofd weer naar voren. Tien seconden later keek ik opnieuw om. Ik zag alleen mijn moeder. Mijn vader was uit beeld. Hij bleek in de greppel te zijn gevallen. Hoe hij dat heeft geflikt is me nog steeds een raadsel, maar komisch was het absoluut.
Onvergetelijk was het dagje in nationaal park De Hoge Veluwe. Daar kon je gratis gebruik maken van fietsen. Wel moest je er snel bij zijn. Er waren immers meer bezoekers dan fietsen. En als je je zinnen had gezet op urenlang fietsen door het natuurschoon en je trof lege fietsrekken aan, was dat zeer teleurstellend.
Ook wij wilden fietsen. En ook wij visten achter het net. Drie fietsen wisten we te bemachtigen, maar ja, we waren met zijn vijven… Mijn vader en broers zaten al op een zadel en mijn moeder zei tegen me: ‘Kom maar mee’. Het klonk vastberaden en in haar ogen stond een onheilspellende blik. Hier stond iets te gebeuren.
Quasi nonchalant slenterde ze naar het toiletgebouw en ik volgde haar braaf. Een man en vrouw kwamen aanfietsen. Ze zetten hun rijwiel tegen de muur en liepen naar binnen om hun behoefte te doen, voordat ze op pad zouden gaan. ‘Snel!’ zei mijn moeder. Ze beende naar de twee onbeheerde fietsten, duwde er één naar mij toe en sprong zelf op de andere. ‘Wegwezen!’
We reden naar de rest van het gezin dat twintig meter verderop met hoog opgetrokken wenkbrauwen stond te wachten. Ook ik kon niet geloven wat mijn moeder had geflikt. Maar we waren vooral blij dat we nu vijf fietsen hadden.
We reden langs het toiletgebouw. Het stel stond met de handen in de zij bij de inmiddels lege muur. In hun ogen was een mengeling van verbijstering en woede te lezen. ‘Niet kijken!’ siste mijn moeder. ‘Doorrijden!’.
We hebben een heerlijke dag gehad. En onze fietsen hebben we geen seconde uit het oog verloren. Ja, stel je voor dat ze zouden worden gejat!
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (Zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.