Door Marcel van Stigt – Het Gilde Purmerend biedt stadswandelingen onder leiding van gidsen. Die zullen ongetwijfeld niet zo irritant zijn als de gidsen die mij jaren geleden hinderlijk voor de voeten liepen. In India.
Gidsen. Wie India bezoekt, komt ze onherroepelijk tegen. Ze staan ineens naast je, wachten je op of lopen met je mee. En je raakt ze niet kwijt. Dat heb ik zelf lang geleden ondervonden toen ik Zuid-India doorkruiste.
Begrijpelijk is het wel. Het overgrote deel van de Indiase bevolking zit wat krap bij kas, maar heeft wel zeeën van tijd. Wat doe je dan? Dan stroop je de godganse dag straten af in de hoop toeristen tegen het lijf te lopen die willen worden rondgeleid en daar voor willen betalen.
Ruwweg kun je spreken van twee categorieën gidsen. Enerzijds gidsen die je rechtstreeks benaderen en duidelijk hun diensten aanbieden, anderzijds gidsen die constant wat vaag om je heen blijven hangen, pas na afloop hun bedoelingen duidelijk maken en hun hand ophouden. Want dan hebben ze je langdurig begeleid en dat mag best worden beloond.
Type 2 diende zich direct aan toen ik met een reisgenoot door een klein dorpje liep. Zonder iets te zeggen voegde de man, een kleine, tanige veertiger met een borstelige snor, zich bij ons. Hij liep stug met ons mee. Na een kwartiertje bleven we stilstaan voor een tempel – want als je in India bent, bezoek je tempels. ‘The temple,’ bromde de man. Dat wisten we al. We liepen verder en zwijgend volgde hij in ons spoor. Gingen wij maar links, ging hij ook naar link. Sloegen wij rechtsaf, deed hij hetzelfde. Namen wij even plaats op een stenen muurtje, was hij ook even aan een rustpauze toe. Geen moment week hij van onze zijde.
Dat begon me na twee uur te irriteren. Ik heb hem daarom beleefd verzocht een eind op te hoepelen. Voor de zekerheid voegde ik eraan toe dat we zelf wel een gids zouden zoeken als we daar behoefte aan hadden. Het had geen effect.
We huurden een fiets. Hij ook. Met de man vijf meter achter ons reden we het dorp uit en het aangrenzende bos in. Even overwogen we een flinke sprint te trekken en onze ongenode gast achter ons te laten. Dat idee wezen we van de hand. Het was net even te heet voor een dergelijke actie. Maar ook te heet om je over wat dan ook druk te maken. We hebben onze gids daarom maar getolereerd.
Onze wegen scheidden zich toen we onze fietsen weer inleverden. Ten overvloede vertelde hij dat hij als onze gids had gefungeerd en dat hij daar een bedrag voor verlangde. Aanvankelijk wilden we hem niets geven. Maar ach, het was vakantie en stilletjes hadden we toch wel bewondering voor hem gekregen. Ik gaf hem wat roepies. Hij stopte het geld in zijn zak en liep weg. Een bedankje kon er kennelijk niet vanaf. Maar nu waren we hem in ieder geval wel kwijt.
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (Zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.