Door Marcel van Stigt – Ik leef ontzettend mee met de oehoe, die Purmerend wekenlang in een ijzeren klauw heeft gehouden en zijn dagen nu slijt in gevangenschap. Waar blijft het Oehoe-bevrijdingsfront eigenlijk??? Want dieren in kooien, dat loopt slecht af (is mijn ervaring…)
Als ik aan hem denk, kan ik hem bijna horen jammeren: ‘Boehoe, ik wil uit mijn kooi!’ Kom op, Purmerends college, toon je diervriendelijke hart en gun dat beest zijn vrijheid.
In mijn compassie sta ik niet alleen. Cor Lamers, een van de slachtoffers van de onstuimige uil, heeft de actie ‘Geef de oehoe zijn vrijheid terug’ ontketend om steunbetuigingen los te weken. Ruim 1.600 bezoekers hebben een petitie getekend en die wordt op woensdag 22 april aangeboden aan wethouder Mario Hegger. Doel: de oehoe ergens in Europa uitzetten in de vrije natuur.
Dieren moet je niet opsluiten, vind ik. Ik denk met gemengde gevoelens terug aan de keren dat ik als kind Artis heb bezocht. Zo’n tijger die de godganse dag in een krappe kooi alleen maar heen en weer kan lopen – erg triest.
Zelf heb ik me ook schuldig gemaakt aan deze praktijken, al was ik toen niet bij machte om er iets aan te doen. Mijn oudste broer had een kanarie, Bruno. Het beestje hupte landerig van het hoogste naar het laagste stokje, bleef even zitten, draaide zich om en dacht: kom, ik ga maar weer eens terug. En dan hupte hij weer naar het andere stokje. Nu denk ik: ik had die kooi gewoon een keer open moeten zetten, en de balkondeur ook. Dan was hij misschien weggevlogen. Of hij het buiten zou hebben overleefd, weet ik niet, maar dan had hij in ieder geval weer van zijn vrijheid kunnen genieten.
Erg oud is hij trouwens niet geworden. Hij kreeg eerst een kaal koppie – vanaf dat moment noemden we hem geen Bruno meer, maar Badmuts – en vervolgens verloor hij al zijn veren. Kort daarna ging hij letterlijk van zijn stokje. Ja, vind je het gek.
Ach, en dan die drie goudvissen van mijn jongste broer. Doelloos zwommen ze rond. Af en toe keken ze elkaar aan en dan zag je ze denken: nou, nog maar een rondje dan. Je moet toch wàt.
De sfeer in de kom was goed – dat zeker. De drie vissen waren op elkaar aangewezen en probeerden er echt iets van te maken. Maar toch is er iets ernstig misgegaan, al weet ik nog steeds niet wat. Op een gitzwarte ochtend troffen we ze alle drie drijvend op hun rug aan. Heel erg dood. Te veel voer? Te weinig? Een ziekte? Geen flauw idee.
Deze herinneringen komen bij me op als ik aan de oehoe denk. Dat zit daar maar te verpieteren in zijn kooi. Ik huiver bij de gedachte. Cor, ook ik heb mijn handtekening gezet. Veel succes woensdag!
Door Marcel van Stigt
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.