Door Marcel van Stigt – De man die stuntelig met een kinderwagen door het drukke Eggert winkelcentrum manoeuvreerde deed me denken aan mijn eigen onzekere kraamtijd. Ons eerste kind, Joy, was geboren en ik klampte me vast aan de kraamverzorgster. Die werkte niet mee. Ik kon haar wel villen. En dat was wederzijds.
Twee dagen moesten moeder en kind in het ziekenhuis blijven en daarna haalde ik ze op. De kraamverzorgster, Lydia, kwam langs om kennis te maken. Een kordaat type van in de dertig. Ik mocht haar meteen niet. En dat was wederzijds. Dat soort dingen voel je. Maar ik was op haar aangewezen, dus ik vermande me zoals alleen mannen dat kunnen. Ik maakte haar wegwijs in het huis, ze liet zien hoe je een baby een flesje geeft en daarna vertrok ze weer, wat instructies voor de nacht achterlatend.
De volgende ochtend werd ik wakker van gerommel aan de voordeur. Lydia. Ze had al aangekondigd om acht uur langs te komen en thee naar boven te brengen. Ik rekte me loom uit, ging rechtop zitten en schikte een kussen achter mijn rug. Lydia kwam even later de slaapkamer in met een dienblad in haar handen. ‘Thee met beschuit,’ zei ze. ‘Ha, lekker!’ riep ik enthousiast. Anne pakte het dienblad aan. Er stond maar één dampend glas op en één bordje met daarop twee beschuitjes.
Het trof me als een rechtse directe. Daar kwam meteen een tweede klap bovenop. ‘Zo, meneer Van Stigt,’ wierp Lydia me toe. ‘Eruit. Joy moet in bad.’ Verdoofd sloeg ik het dekbed van me af, stapte uit bed en volgde haar als een mak lammetje naar de kinderkamer. Hier had ik geen seconde op gerekend.
Ik kreeg een spoedcursus babyverzorging. Uitkleden, luier af, schoonpoetsen, badderen, afdrogen, luier om, aankleden. Ik moest alle zeilen bijzetten om bij de les te blijven. Mijn aangeboren onhandigheid manifesteerde zich in volle glorie. Met als dieptepunt het vastmaken van de drukknoopjes. Dat lukte niet. Ik zat er constant naast.
Op hulp van Lydia hoefde ik niet te rekenen. Ook niet als ik haar wanhopig aankeek. Ze stond stoïcijns met de armen over elkaar naast me en liet mij al het werk doen. Even kreeg ik de aanvechting om het op te geven en te zeggen dat zij het maar moest doen. Maar dat slikte ik wijselijk in.
Zo begon voor mij de kraamtijd en zo zou het blijven. Mijn vrouw werd heerlijk in de watten gelegd. Terecht natuurlijk, maar ja, voor mij was de geboorte van Joy toch ook een zware bevalling geweest? Maar nee, dat telde niet.
Ik legde me er bij neer. Slechts één keer ben ik nog in de fout gegaan. Na een pittige, gebroken nacht – Joy had constant last van darmkrampjes – zakte ik in de middag, hangend op de bank, helemaal in. ‘Koffie?’ hoorde ik Lydia vragen. ‘Hè, ja,’ steunde ik. ‘Mooi,’ reageerde ze. ‘Maak dan voor Anne en mij ook even een bakkie.’
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.