Door Marcel van Stigt – Om met mijn gezin mijn nieuwe baan te vieren aten we onlangs in mijn favoriete Purmerendse restaurant, Gachita. Het was weer fantastisch. Zeer voldaan reden we weer huiswaarts. En wat ben ik blij, dacht ik onderweg, dat die verschrikkelijke modegril uit de jaren zeventig voorgoed is overgewaaid.
Het was vooral de schuld van Paul Bocuse. De beroemde Franse topgastronoom was in die tijd één van de inspiratiebronnen achter een nieuwe trend: de Nouvelle Cuisine. Als tegenhanger van de toen gangbare overvloedige Franse keuken, werd deze ‘nieuwe keuken’ geïntroduceerd.
Verse, licht bereide ingrediënten, aantrekkelijk gepresenteerd – zo liet deze nieuwe stijl van koken zich kort en bondig omschrijven. Heel lovenswaardig, heel gezond ook, maar het is met deze benadering helemaal uit de klauw gelopen. Zeker nadat Bocuse, die nu eenmaal als voorbeeld diende, zich eens de volgende uitlating had laten ontvallen: ‘Ik heb een afkeer van overdaad. Ik verkies van tafel op te staan terwijl ik nog wat honger heb.’
Zo’n opmerking is natuurlijk vragen om problemen. En die kwamen er dan ook.
De vele restaurateurs die zich tot fan van Bocuse hadden verklaard knikten instemmend en lieten zich door hem inspireren. Dat gebeurde ook in Nederland. Het gevolg was dat menig restaurantgast na de laatste gang gierend van de honger vertrok en met trillende handen nog snel wat munten in de dichtstbijzijnde Febo-automaat wierp om toch nog maar wat eten binnen te krijgen.
Want wat leverde de Nouvelle Cuisine? Als hoofdgerecht een maagdelijk wit bord met, als je héél goed keek, een minuscuul stukje vlees of vis, twee geblancheerde worteltjes met wat snippertjes peterselie erop en een gevierendeeld spruitje.
Meer niet.
Het is mij ook een keer overkomen. In mijn tienertijd gingen we met het hele gezin regelmatig uit eten en meestal kozen mijn ouders een veilige bestemming. Dan zaten we in een regulier restaurant en namen mijn broers en ik, zonder op de kaart te kijken, patat, appelmoes en kip.
Tot die ene keer.
Mijn ouders hadden lucht gekregen van de nieuwe trend en wilden het best eens proberen. In een chique etablissement dat met de Nouvelle Cuisine koketteerde schoven we aan. Ik weet nog dat ik ongemakkelijk om me heen keek en zich een onprettig gevoel van mij meester maakte. Een voorgevoel dat er iets ernstig mis zou lopen.
Dat het voorgerecht niet zo uitbundig was, dat kon ik nog wel begrijpen – daar was het een voorgerecht voor. Maar toen kwam het hoofdgerecht. Wat er op mijn bord lag, weet ik niet meer (en zonder vergrootglas had ik het toen ook niet kunnen weten), maar ik weet nog wel dat het in drie hapjes op was. Wat een ontgoocheling.
Ook mijn ouders moesten toegeven dat het toch niet de bedoeling kon zijn dat je met een grotendeels lege maag binnenkomt en zo ook weer vertrekt. De Nouvelle Cuisine hebben we afgezworen. En velen met ons. De trend waaide over. Gelukkig maar. Het was een trend om gauw weer te vergeten.
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (Zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.