Door Marcel van Stigt – Misschien gaat ooit de zon een paar uren achter elkaar schijnen. In dat geval lonkt het water rond Purmerend. Ideaal om een dagje te gaan varen. Je kunt er ook een speurtocht aan koppelen. Maar laat mij er alsjeblieft buiten.
Ooit hebben mijn vrouw en ik op een zonnige lentedag een rustig plekje in het Twiske opgezocht om ongestoord te luieren. Onze keuze viel op een strook gras aan het water, vlak bij een steigertje. Niemand te bekennen. Tenminste, toen nog niet.
Een motorbootje met twee mannen erin kwam aantuffen en monsterde aan bij ‘ons’ steigertje. Een van de twee stapte erop, zakte door de knieën en begon wat te rommelen. Kort daarna sprong hij in de boot en tufte met zijn metgezel weg. We sloegen er nauwelijks acht op. Ook omdat we ervan uitgingen dat het vast bij deze passsanten zou blijven.
Een ernstige vergissing.
Binnen tien minuten kregen we opnieuw bezoek. Een boot met drie vrouwen en een man op leeftijd zette koers naar dezelfde plek en hield daar halt. ‘Letter E,’ riep de man en een van de vrouwen krabbelde iets op een stuk papier. Waarschijnlijk de letter E.
De vrouwen stapten op de kant en liepen door naar de bosrand achter ons. Tien minuten later kwamen ze terug, stapten in de boot en vertrokken.
Meer bootjes verschenen en het scenario herhaalde zich elke keer. Ik begon iets te vermoeden. En toen nader onderzoek mij leerde dat aan de steiger een geplastificeerd A4-tje met daarop de hoofdletter E was bevestigd, wist ik genoeg. Er was een speurtocht uitgezet en wij zaten op de route. De deelnemers moesten niet alleen de letter noteren maar ook, volgens de instructie op het A4’tje, punten zien te winnen bij een spelletje jeu de boules.
Ik was al enigszins verstoord geraakt door het herhaaldelijke ongewenste bezoek, maar nu raakte ik geïrriteerd. Het volgende bootje arriveerde. Een man en twee oudere vrouwen. ‘U dacht hier zeker rustig te kunnen liggen, hè?’ grapte één van hen. Als antwoord zond ik haar een kille blik. Ze verstijfde – ik kan héél kil kijken – en bemoeide zich weer met haar passagiers.
Een nieuw bootje volgde. Twee mannen. Mijn irritatie sloeg om in een gevaarlijk soort meligheid. ‘Letter E!’ riep ik alvast. Mijn behulpzaamheid werd erg gewaardeerd. ‘Staat er nog iets bij over een opdracht?’ riep één van de mannen. ‘Nee, niets,’ riep ik terug. Hij stak zijn hand op als dank en de boot keerde om. Dit gebeurde nog vijf keer. Daarna was het afgelopen.
Het duurde een klein uur voordat ik achter mij geritsel hoorde. Een oudere man liep richting steiger. In zijn handen droeg hij een paar jeu de boules-ballen en een klein scorebord. Met hoog opgetrokken wenkbrauwen tuurde hij over het water. ‘Hebt u hier het laatste uur bootjes gezien?’ vroeg hij me. ‘Ja, een paar,’ antwoordde ik. ‘Ze zijn hier gestopt, er werd iets opgeschreven en daarna zij ze meteen doorgevaren.’
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (Zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.