Door Marcel van Stigt – Als rechtgeaarde hetero heb ik in de homoscene niet zo gek veel te zoeken. Toch ben ik er per ongeluk een keer in beland. Het was een benauwde ervaring. Daar moest ik aan denken toen ik gisteren in winkelcentrum Meerland twee mannen hand in hand zag lopen.
Lang geleden was ik een fervent wandelaar. Ik bezocht in heel Nederland bosrijke gebieden, parkeerde mijn auto, koos een gemarkeerde route en ging op pad. Het waren routes van pakweg 20 à 25 kilometer. Zo’n zes uur onafgebroken lopen. In alle rust. Heerlijk.
Ik wandelde door de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug, de Brunssumerheide, maar bleef ook dichter bij huis. In en om het Waterland is het immers eveneens plezierig struinen. Een wandeling die ik door het Twiske maakte staat me nog helder bij. Ik pakte de langste route. Kom op, niet zo kinderachtig. De paaltjes met rode kop, door het gehele gebied.
Een wandeling is voor mij niet alleen een ontspannende, maar ook een spannende onderneming. Ik zie altijd wel een paaltje over het hoofd en dan is de kans op verdwalen groot. Toch ging het me in het Twiske lange tijd goed af. Slechts één keer moest ik enkele minuten naar een paaltje zoeken, uitgerekend op een driesprong. Uiteindelijk bleek het zich half achter een weelderige struik te bevinden. Ik kon met een gerust gevoel mijn weg vervolgen.
Daarna ging het weer mis. In een bebost gedeelte, niet ver van het informatiecentrum, raakte ik het spoor opnieuw bijster. Zoekend keek ik om me heen. En ik niet alleen.
Een vijftiger kruiste mijn pad en die liep ook al om zich heen te kijken. We keken elkaar aan en wisselden een blik van verstandhouding uit. Beiden de weg kwijt. Zoiets schept een band. Kort daarna kwam ik een andere wandelaar tegen. Een jonge vent. Hij doolde ogenschijnlijk wat doelloos rond en keek spiedend om zich heen.
Diverse paden kwamen bij elkaar en ik zag geen paaltje dat me op weg kon helpen. Ik vermoedde dat ik er eentje had gemist en besloot een stukje terug te lopen. En daar kwam ik die vijftiger weer tegen. Ook hij was kennelijk teruggelopen. Onze blikken kruisten elkaar weer. Maar nu stond er in zijn blik iets te lezen wat ik even niet kon plaatsen.
Tenminste, toen nog niet.
Ook die jonge vent kwam weer in beeld. Hij zag mijn zoekende blik en keek me strak aan.
Er begon iets te dagen.
Toen ik verderop twee mannen hand in hand naast elkaar zag fietsen werd het me in één klap duidelijk. Ik was beland in een ontmoetingsplek voor homo’s. Ik besefte tegelijkertijd wat die twee passanten uit mijn zoekende blikken en gedrentel hadden geconcludeerd.
‘Shit!’ riep ik. Ik nam het eerste pad dat ik zag en beende snel weg. Angstig keek ik om. Er kwam niemand achter me aan. De heren waren waarschijnlijk weer op zoek. Naar paaltjes met een rode kop.
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (Zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.