Op cultureel gebied heb ik nog veel te leren. De Purmaryn en De Verbeelding hebben het culturele seizoen officieel geopend. Mijn eigen culturele seizoen was al begonnen. Met mijn vrouw heb ik in De Vermaning in Graft een concert bezocht van Jim de Groot, zoon van Boudewijn. Dat soort culturele trips ondernemen wij regelmatig. Altijd leuk, want ik doe graag aan cultuur. Maar een museum bezoeken, dat is andere koek.
Mijn vrouw is meer cultuurminded dan ik, maar ik haak steeds meer aan. Op haar initiatief zijn we op de zondagmiddag optredens gaan bezoeken in nabij gelegen kerken. Veel kerken zijn niet rendabel en door optredens te programmeren komt er tenminste nog wat publiek – en geld – binnen.
Het is ooit begonnen met de andere zoon van Boudewijn de Groot, Marcel. Hij trad op in het sfeervolle kerkje van West-Graftdijk. Ik had vooraf wat reserves, maart het is me uitstekend bevallen. Leuke liedjes, ongedwongen sfeer, glaasje wijn erbij, best leuk voor de zondagmiddag.
De smaak had ik in één keer te pakken. En niet alleen van de wijn.
Een respectabele reeks concerten volgde. Vooral als Hans Dulfer optrad, waren we erbij. We zijn een grote fan van hem. Hij heeft zelfs op onze trouwdag opgetreden, als cadeau van de ceremoniemeester. Dat zegt iets.
Er zitten ook wel eens tegenvallers tussen. Daar valt niet aan te ontkomen. We hebben eens kaarten gereserveerd voor het concert van een zeskoppig ensemble. Want in het programma werd het omschreven als een gezelschap dat veel humor met zich meebrengt. Zoiets schept verwachtingen. Want wie wil er op de zondagmiddag niet even lekker lachen? Op de bewuste zondag voegden wij ons met blijde verwachtingen tussen het publiek, dat aan de gezichten te zien ook al voorpret had. We werden snel uit de droom geholpen. De leider van het zestal – een aantal droogkloten in zwart kostuum – meldde dat er een vergissing in het spel was. Dat van die humor was om onverklaarbare redenen in het programmaboekje terechtgekomen. ‘In ons concert zit geen humor,’ voegde hij er somber aan toe. Het was toch een teleurstelling. Het is die middag niet meer goed gekomen.
Ben ik inmiddels vertrouwd met dit soort culturele uitspattingen, anders ligt het met mijn bezoeken aan musea. Om mijn vrouw een plezier te doen ga ik soms met haar mee. Maar ik wil kunst ook leren waarderen. Dat lukt vooralsnog niet. We staren naar schilderijen, maar die boeien mij niet. Na tien minuten begin ik te gapen en wil ik weg. We hebben eens een schilderijenexpositie in de buurt bezocht, waar tientallen bezoekers zich minutenlang vergaapten aan een geheel zwart doek. ‘Invallende duisternis’ heette het. Het ontging me aan alle kanten. Ik dacht: geef me een kwast en een pot zwarte verf en ik maak binnen tien minuten ook zo’n schilderij.
Zo eenvoudig lag het kennelijk niet. ‘Het doek is uit verschillende lagen zwart opgebouwd,’ zei mijn vrouw, die meer zag dan ik.
Op dit gebied heb ik nog een lange, lange weg te gaan.
Marcel van Stigt (1961) is journalist en (tekst)schrijver. Hij schrijft levensverhalen voor particulieren (Zie http://marcelvanstigt.nl/) en webteksten voor ondernemers (zie http://prettigleesbaar.nl/). Het menselijke verhaal staat bij hem centraal.